Ulrich beck biografie

Oh Boy en de DIY-biografie

In Oh Boy zien we een dag uit leven van Niko Fischer, gepropt in 80 tragikomische minuten. Niko (Tom Schilling) is een introverte eindtwintiger die geen idee heeft wat hij met zijn leven moet. Rechten studeren was niets voor hem. Daar is hij twee jaar geleden mee gestopt. Wat hij dan wel wil? Terwijl hij apathisch door Berlijn slentert, denkt hij daar heel goed over na. In de tussentijd laat Niko de dagen maar gewoon gebeuren. Een simpel kopje koffie drinken is het hoogst haalbare, alleen vandaag wil zelfs dát niet lukken.

Elke ontmoeting op deze dag ontvouwt zich in een bizarre dialoog waarin Niko telkens de passiefste rol heeft. Mensen hebben hém van alles te vertellen. Hij luistert. Zo vangt hij met tegenzin een depressieve buurman op wiens vrouw kanker heeft gehad, laat hij zich zoenen door een oud-klasgenootje dat hij vroeger pestte vanwege haar omvang en wordt hij onbedoeld de laatste gesprekspartner van een bejaarde man die in de kroeg zijn herinneringen aan de Kristallnacht oplepelt en daarna dood neervalt.

Niko’s dag is tragisch, maar erg vermakelijk. Hij is laf, maar je mag hem. Medelijden voel je ook, vooral in bij de scène met zijn vader, op de golfbaan. Pa - die op Niko's leeftijd al een baan en een gezin had, en wordt omringd door

Ongelukkig door zelf gekozen geluk

Waarom is er zoveel onvrede en woede? We zijn gemiddeld welvarender, hoger opgeleid, gezonder en rijker dan ooit. Waarom heeft Nederland dan toch zo’n extreem slecht humeur?

Dat komt door de individualisering, zou het Duitse sociologenechtpaar Elisabeth en Ulrich Beck zeggen (in hun boek Individualization). Niet de praktische kant ervan. We worden niet woedend doordat we vaker alleen wonen, ons eigen geld verdienen en ons eigen vrienden hebben. Het is de emotionele en morele individualisering die het onbehagen voedt. Het feit dat we geacht worden in toenemende mate schrijvers en regisseurs van ons eigen leven te zijn. Bijna alles is onze eigen keuze en verantwoordelijkheid geworden, van loopbaan, relaties en inkomen, tot en met seksleven, gezondheid en uiterlijk. We zijn veroordeeld tot een doe-het-zelf-biografie. Zelfs God kan alleen nog maar gekozen worden. Natuurlijk kunnen we nog steeds een traditioneel leven leiden. De meeste mensen doen dat ook. Maar ze zijn er wel toe veroordeeld dat als hun eigen individuele keuze te verdedigen. Zoals de moderne huisvrouw die uitlegt dat het haar eigen keuze is zelf haar kinderen op te voeden. Of de moslima die bewust en vrij voor de hoofddoek woordelijk zijn voor ons eigen geluk: wat worden we daa

Al in zijn eerste belangrijke boek uit beschrijft Ulrich Beck de "risicomaatschappij". Daarin stelt hij thema’s aan de orde als het geringe vertrouwen in de overheid en het maatschappelijk draagvlak voor het beleid tegen risico’s zoals kernafval. Rampen lijken volgens Beck bijna een vast bijproduct te worden van de moderne markteconomie; denk aan Fukushima, de gekke-koeienziekte en vogelgriep of de vuurwerkramp in Enschede. Waar sociale conflicten in de industriële maatschappij vooral draaiden om de verdeling van welvaart, botsen we tegenwoordig in de risicomaatschappij op de verdeling van risico's, oftewel: de focus verschuift van de distribution of goods naar de distribution of bads.

In een van zijn meest recente publicaties, Weltrisikogesellschaft. Auf der Suche nach der verlorenen Sicherheit (, in het Engels uitgegeven als World at Risk), behandelt Beck onder andere onderwerpen als klimaatverandering, de financiële crisis en terrorisme. In het boek komen zijn jarenlange politieke, theoretische en empirische kennis en betrokkenheid bij deze thema's samen.

In werd Beck door bondskanselier Merkel gevraagd om lid te worden van de Duitse Nationale Commissie Ethiek. De commissie werd door de Duitse overheid in het leven geroep

Leestafel Duitsland

In de non-fictiesfeer waren er maar weinig baanbrekende boeken te vinden, in de literatuur tekent zich nog maar aarzelend de verinnerlijking van de Duitse eenheid af. Dit jaar geen Ulrich Beck, dit jaar geen bijzondere Von Krockow, geen nieuwe Fest, geen baanbrekende Günter de Bruyn.

De bestsellers in de non-fictiesfeer hebben dit jaar iets Amerikaans: veel televisiecommentatoren die algemeenheden tot wijsheid hebben gebombardeerd, zoals Wolf von Lojewski , Ulrich Wickert en Peter Scholl-Latour . Zelfs Richard von Weizsäcker (Dreimal Stunde Null) kan niet verrassen en de vele Bin Laden boeken zijn te mondiaal om de natie Duitsland dichterbij te brengen. De boeiende leestafels schoten dit jaar een beetje tekort bij de beantwoording van de eeuwigdurende kernvraag voor betrokken liefhebbers: waar ligt het epicentrum van de maatschappelijke toestand van de natie? Kortom, een moeilijk jaar dus.

Vandaar dat andere dingen op de zeef zijn blijven liggen. Hermann Kurzke schreef een biografie over Thomas Mann: Das Leben als Kunstwerk. In zeshonderd bladzijden wordt ingenieus het verband tussen dagelijks leven en literaire werken van de 'tovenaar' gelegd. Hoewel het boek niet fantastisch geschreven is, biedt deze studie nu eindelijk de gelegenheid om i



 

OPGROEIEN IN EEN RISICOMAATSCHAPPIJ

De Duitse socioloog Ulrich Beck heeft bekendheid verworven met zijn introductie van de term ‘risicomaatschappij’. Deze kenmerkt zich door een onzalig mechanisme want in dezelfde mate waarin technisch-wetenschappelijke vooruitgang wordt geboekt, wordt de kans op catastrofen vergroot. In zijn nieuwste risicoanalyse schrijft Beck dat de bedreigingen nog weer zijn toegenomen door het proces van globalisering. Er zou nu sprake zijn van een ‘Weltrisikogesellschaft’. De noodlottige bedreigingen spelen zich af op het wereldtoneel. Het betreft dan de kans op het instorten van de internationale financiële markten, de kans op milieurampen en klimaatveranderingen door de toenemende belasting van het milieu, en de kans op catastrofen die veroorzaakt worden door internationaal opererende terroristen. Hoe beter deze noodlotscenario’s in beeld worden gebracht, des te beter zijn we in staat ons tegen die gevaren te weren. Beck pleit in dit verband sterk voor een mondiale politieke strategie (een ‘Weltinnenpolitik’) en stelt weinig vertrouwen in de zelfvernieuwende krachten van de moderne technologische samenleving.

Nog los van de vraag naar Beck’s sociologische of politieke gelijk, dringt zich de vraag op met hoeveel (noodlottige) bedreiginge