Pier vellinga biografie

Het Nederlandse bedrijfsleven financierde negen jaar lang een klimaatscepticus

Luister naar de podcast bij dit artikel

Frederique de Jong in gesprek met Platform Authentieke Journalistiek

Luisteren

Dit stuk in 1 minuut

  • Nederlandse multinationals betalen tussen en meer dan een miljoen gulden aan de prominente klimaatscepticus Frits Böttcher (). Het expliciete doel: twijfel zaaien over klimaatverandering en de rol van de mens daarin.
  • Met het geld zet Böttcher een internationaal netwerk van klimaatsceptici op. Ook produceert hij meerdere rapporten, boeken en opinie-artikelen. Daarin schrijft hij bijvoorbeeld dat het broeikaseffect niet bestaat, en dat CO2 niet gevaarlijk, maar juist ‘goed voor planten’ is.
  • De twijfelzaaierij draagt er mede toe bij dat er in de jaren negentig weinig politiek draagvlak is voor dwingende maatregelen ten behoeve van CO2-reductie.
  • In droogt de financiering voor Böttchers ‘CO2-project’ op. De sponsoren zijn bang voor de publieke opinie; ook blijkt de klimaatsceptische lobby niet in staat te zijn om te voorkomen dat in het verdrag van Kyoto wordt getekend.
  • Dit onderzoek is deel van de Shell Papers, het gezamenlijke onderzoek van het Platform Authentieke Journalistiek en FTM naar de banden tussen de Nederlandse overheid en de oliegiga

    Ons waterbeheer voldoet niet meer

    “Ik vind het woord watercrisis wel wat overdreven”, zegt Pier Vellinga, hoogleraar klimaatverandering. “Wereldwijd is die er wel, maar in Nederland kun je nauwelijks spreken van een watercrisis.” Vraag en aanbod van water zullen volgens Vellinga door klimaatverandering aanzienlijk gaan veranderen door meer hitte in de zomer of regenval in de winter, maar hij noemt dat marginale veranderingen. “We hebben netto een flink surplus aan regenval.”

    Maar volgens Timothy Tiggeloven, promovendus overstromingsrisico’s, is ons grondwaterpeil erg aan het zakken. “Dat zou ik wel een fysieke watercrisis noemen, het peil is ook moeilijk weer aan te vullen.” Door toenemende droogte trekt regenwater minder goed in de bodem. Het duurt dan lang voordat het peil weer op het oude niveau is. Tegelijkertijd komt er door stijging van de zeespiegel meer zout water in het grondwater terecht. “Dat zou ervoor kunnen zorgen dat water dat we uit de duinen pompen voor drinkwatervoorziening minder geschikt wordt”, zegt Tiggeloven.

    Verslaafd aan zoet water

    Een manier waarop we het zoute water uit ons land houden, is via de uitstroom van zoet water via rivieren. Die houdt de instroom van zout water uit de zee tegen. “Daar gaat de grootste inzet van ons water heen, om

    Verdrinkt de Waddenzee?

    De werkelijkheid kan flink afwijken vanwege allerlei niet-lineaire terugkoppelingen. Bij veel verstoringen is er in het begin sprake van lineaire, directe verbanden tussen een verstoring en het effect ervan, bijvoorbeeld tussen temperatuurstijging en zeespiegelstijging. Daarna krijg je terugkoppelingen, die kunnen resulteren in een zeer grillig verloop van de zeespiegelstijging. Bij de wisseling van koude en warme perioden na de ijstijden varieerden de snelheden van heel weinig tot 4 meter per eeuw. Van de niet-lineaire wisselwerkingen weten we nog te weinig om concrete uitspraken te doen.

    Een voorbeeld van een niet-lineaire wisselwerking is het afsmelten van de ijskappen. Door het smelten worden ze lager. Daardoor wordt de top van de ijskap minder koud. Neerslag die normaal valt in de vorm van sneeuw, valt daardoor vaker als regen. Dat versnelt het smeltproces waardoor de bovenkant nog sneller daalt, het minder gaat sneeuwen en vaker gaat regenen enzovoorts.

    Tot stijgen de Noordzee en Waddenzee minder snel dan het mondiale gemiddelde. Dat komt vermoedelijk door de nabijheid van de 3 kilometer dikke ijskap op Groenland. Die massa trekt zeewater aan. Dat verlaagt de zeespiegel tot op de 40e breedtegraad. Dit effect vermindert als de ijskap op G

    ‘Bij “bio” denkt iedereen meteen dat het goed zit’

    De vingertop van Emiel van Dorp is zwart, alsof hij net zijn vingerafdruk heeft moeten afgeven. Maar hij trok alleen een streep op het informatiebord achter hem. ‘Kolenstof’, legt hij uit. ‘Dat wordt minder als we straks hout verbranden in plaats van steenkool.’ Van Dorp, gehuld in driedelig veiligheidstenue, is projectleider biomassa bij energiebedrijf RWE.

    Trots geeft hij een rondleiding op het terrein van de Amercentrale in het Brabantse Geertruidenberg. Midden op het terrein ligt een berg zwarte kolen als een enorme schep suiker. Hij wijst op de zes molens van 82 meter hoog die de ketel van de centrale voeden met minuscule brokjes steenkool. Binnenkort verandert dat: ‘Nummer één en twee, en nummer vijf – die daar – zijn we nu aan het ombouwen.’

    Energiecentrale ‘de Amer’ wordt ‘vergroend’. Vanaf deze maand moet bijna een derde van alle elektriciteit in de kolencentrale uit hout worden opgewekt. Het doel is helder, zegt Van Dorp: minder broeikasgas. ‘Het verminderen van onze CO2-emissies is de belangrijkste reden om deze veranderingen in gang te zetten.’ Zijn stem galmt door een van de vier nu nog lege biomassasilo’s, elk acht verdiepingen hoog. RWE experimenteerde in Geertruidenberg al eerder me

    ‘Duurzaamheid is vaak niet alleen beter maar ook goedkoper. Met duurzame technologieën bouwen we lokale systemen met veel lagere beheerskosten. Dat is de basis voor een technologische transitie waarmee onze aarde op duurzame wijze wel tien miljard mensen kan herbergen. Leefbaarder, en met meer lokale zeggenschap.’ Zegt Pier Vellinga, hoogleraar Klimaat en Water aan Wageningen UR.

    Pier Vellinga is een van de belangrijkste Europese deskundigen op het gebied van de gevolgen van klimaatverandering. Hij was actief betrokken bij de opzet van het IPCC en schreef hoofdstukken in IPCC-rapporten over zijn vakgebied. Hij was voorzitter van de Scientific and Technical Advisory Panel (STAP) van de Global Environment Facility (GEF), een instituut verbonden met de Wereldbank, UNDP en UNEP. GEF is de grootste publieke geldverstrekker voor milieuprojecten ter wereld. Vellinga is hoogleraar Klimaatverandering en veiligheid ten aanzien van overstromingen in Wageningen, tevens hoogleraar Klimaatverandering en maatschappelijke implicaties bij het Instituut voor Milieuvraagstukken van de VU. En vanuit die functies geeft hij leiding aan het National Onderzoekprogramma Kennis voor Klimaat ().

    Grenzen aan de groei
    ‘Duurzaamheid is begonnen met de Club van Rome. Die vertelde ons dat exponentië