Joschka fischer biografie

Spion postuum geëerd
Nieuws

Tussen en maakte Fritz Kolbe regelmatig 'dienstreizen' naar Bern. Per nachttrein reisde hij naar de Zwitserse hoofdstad waarbij hij geheime documenten meenam, gebonden om zijn been. In Bern gaf hij deze documenten aan Allen Dulles, die leiding gaf aan de Amerikaanse Office of Strategic Services (OSS). De informatie over het Derde Rijk die Kolbe op deze wijze doorspeelde aan de geallieerden was brisant en onthullend. Zo bracht hij de Amerikanen op de hoogte van de locatie van Hitlers hoofdkwartier, de Wolfsschanze in Oost-Pruisen en informeerde hij hen over de op stapel staande deportatie van de joden in Rome. De Amerikanen beschouwden Kolbe, die hen bekend was onder de schuilnaam George Wood, als hun belangrijkste spion in het Duitse rijk. Tot de val van Hitler was Kolbe de Amerikanen van dienst, zonder voor zijn werk ook maar een dollar beloning te vragen.

Vanwege zijn spionageactiviteiten en omdat hij op creatieve wijze het lidmaatschap van de nazipartij NSDAP had weten te ontlopen gold Kolbe in het naoorlogse Duitsland als een verrader. In de diplomatieke dienst, die voor een belangrijk deel werd bevolkt door oud-nazi's, was voor hem geen plaats meer. De topspion werd zakenman en van zijn daden waren slechts weinigen op de hoogte

Bij dit nummer

In zijn hoofdwerk Der Begriff des Politischen () – in vertaling verschenen onder de titel Het begrip politiek – schrijft Carl Schmitt dat ‘de eigenlijke politieke onderscheiding de onderscheiding tussen vriend en vijand is’. De politiek dient volgens Schmitt dan ook rekening te houden met de Ernstfall, de noodtoestand, waarin het diplomatieke verkeer het laat afweten en twee partijen onwrikbaar tegenover elkaar staan.

Schmitt wordt beschouwd als een van de voornaamste exponenten van een radicaal machtsdenken, dat in de periode zijn hoogtepunt bereikte. De in geboren Schmitt stond met zijn opvattingen aan het einde van een lange traditie. Het Duitse politieke denken van de negentiende en vooral de vroege twintigste eeuw keek met minachting neer op het compromis, de nuchtere blik, de aanpassing, het evenwicht, kortom: op het rationalisme van de ‘politiek als kunst van het mogelijke’. In plaats daarvan had dit radicale denken bewondering voor de geweldenaar die knopen doorhakte en grootse beslissingen nam, de sterke man die de tegenstelling op scherp zette en liet zien wie de vijand was. Veel historici zien het Derde Rijk als het onvermijdelijke eindpunt van honderdvijftig jaar politiek irrationalisme. In de woorden van de Duitse historicus Sebastian Haffner:



Biograaf Ralph Bollmann laat zien hoe Angela Merkel in haar behoudende rol werd gedwongen ★★★☆☆

Van anekdotes moet de jongste, als ‘definitief’ aangeprezen biografie van Angela Merkel het niet hebben. Dat zij naar films van de Franse komiek Louis de Funès keek om vertrouwd te raken met de ‘hyperactieve politieke stijl’ van diens landgenoot Nicolas Sarkozy, is een uitzondering op die regel. Net als de terloopse onthulling dat zij in het voorjaar van met haar invalide partijgenoot Wolfgang Schäuble, op dat moment de Duitse minister van Financiën, in een bioscoop aan de Alexanderplatz naar de Franse film Intouchables ging kijken – over de lotgevallen van een dwarslaesiepatiënt en zijn uit Senegal afkomstige verzorger. ‘Ze praatten niet veel, omdat ze erna in het restaurant nog naar een voetbalwedstrijd keken’, schrijft biograaf Ralph Bollmann. ‘Maar het ging om het gebaar.’

En dan is er nog het welbekende verhaal van Merkel die tijdens een bezoek aan de Russische president Vladimir Poetin in Sotsji door zijn zwarte labrador Connie werd besnuffeld. ‘Hoewel de Russische president waarschijnlijk heel goed wist dat ik echt niet stond te popelen zijn hond te begroeten, bracht hij hem toch mee’, tekende Merkel nadien op. ‘Je kunt zien hoe ik dapper probeer steeds naar Poetin te kij

Jerker Spits
Vriend en vijand
De renaissance van Carl Schmitt

In zijn hoofdwerk Der Begriff des Politischen () - in vertaling verschenen onder de titel Het begrip politiek - schrijft Carl Schmitt dat ‘de eigenlijke politieke onderscheiding de onderscheiding tussen vriend en vijand is’. De politiek dient volgens Schmitt dan ook rekening te houden met de Ernstfall, de noodtoestand, waarin het diplomatieke verkeer het laat afweten en twee partijen onwrikbaar tegenover elkaar staan.

Schmitt wordt beschouwd als een van de voornaamste exponenten van een radicaal machtsdenken, dat in de periode zijn hoogtepunt bereikte. De in geboren Schmitt stond met zijn opvattingen aan het einde van een lange traditie. Het Duitse politieke denken van de negentiende en vooral de vroege twintigste eeuw keek met minachting neer op het compromis, de nuchtere blik, de aanpassing, het evenwicht, kortom: op het rationalisme van de ‘politiek als kunst van het mogelijke’. In plaats daarvan had dit radicale denken bewondering voor de geweldenaar die knopen doorhakte en grootse beslissingen nam, de sterke man die de tegenstelling op scherp zette en liet zien wie de vijand was. Veel historici zien het Derde Rijk als het onvermijdelijke eindpunt van honderdvijftig

Levens in de verdrukking
De DDR-oppositie in biografieën en herinneringen
Filip Bloem

Binnen een jaar verschenen er aan het begin van deze eeuw drie verschillende biografieën van DDR-dissidenten. Dat lijkt niet zo vreemd, want vóór de val van de muur konden er in de DDR alleen biografieën van Oost-Duitsers verschijnen die aan de voorwaarden van de staat voldeden. Toch is het de vraag of we deze drie nieuwe boeken werkelijk biografieën mogen noemen.

De biografie was lange tijd een ondergeschoven kindje binnen het onderzoek naar de geschiedenis van de DDR. In de DDR zelf was de geschiedschrijving aan strenge ideologische grenzen gebonden, waardoor biografieën van Oost-Duitse makelij vaak slechts een beperkte wetenschappelijke waarde hadden. Voor westerse onderzoekers was de moeilijke toegankelijkheid van Oost-Duitse archieven tijdens de Koude Oorlog het voornaamste obstakel. Bovendien bestond er in het Westen de neiging bepaalde personen uit de DDR in de eerste plaats als tegenstanders van de Oost-Duitse politiek te zien, en niet als figuren van historisch belang die een biografie waard waren.

Met de val van de Muur zijn deze beperkingen echter weggevallen. In een klap is vrijwel de gehele schriftelijke nalatenschap van de