Theo van gogh vermogen
De vierdelige documentaire Theo van Gogh: de hunkering begint bij het einde. Zijn dood. Die bezingt hij eerst zelf in een volle televisiestudio terwijl een harpiste ‘Stairway to heaven’ tokkelt.
‘Als ik naar méééézelf kijk, was ik toch het liefst een lijk. Ik ben áááállang dood, maar iemand is vergeten me te vertellen, waarom ik niets meer voel.’
Daarna begint het publiek te joelen, denk je nog heel even ach die gekke Theo, maar dan volgt een fragment van een extra uitzending van het NOS Journaal van dinsdagochtend 2 november Daarin doet verslaggever Martijn Bink vanaf plaats delict onder voorbehoud kond van de moordaanslag. ‘Het sterke gerucht doet hier de ronde dat het om de cineast Theo van Gogh gaat. Als hij het is, dan mag gevreesd worden dat hij het niet heeft overleefd want ik sta op zo’n tweehonderd meter van de plek waar iemand al een uur onder een wit laken ligt.’ Het gerucht klopte en Van Gogh zou er nog uren blijven liggen. Beestachtig vermoord door een radicale moslim met lange tenen.
Dikke biografie van Theo van Gogh is te summier over de reden van zijn gewelddadige dood
Het roken begon al vroeg. De eerste sigaret stak Theo van Gogh op toen hij een jaar of zes was. Het drinken begon niet veel later. Als scholier in Wassenaar hield Van Gogh audiëntie in Hotel Bianca. Daar was hij zijn kameraden eenvoudig de baas in het innemen van bier en jenever.
Met de drank kwamen de ruzies en de uitspattingen. Zelfs zijn toch zeer liefhebbende en ruimdenkende moeder Anneke werd het te gortig. Een dag nadat hij zijn havodiploma had gehaald, werd Van Gogh het ouderlijk huis uitgezet met als bestemming een enkele reis Amsterdam.
Twintig verhuisdozen archiefmateriaal
Biograaf Jaap Cohen beschrijft de woonboot in het Oosterdok waarin de jonge Van Gogh zijn intrek nam als ‘een gribus van de ergste soort’. Hij leefde als een zwerver, sliep op een bed van oude kranten te midden van flessen en vieze borden en kon het uitstekend vinden met de rond de Zeedijk hangende junks, dealers, hoeren en inbrekers.
De bolle Gogh laat zich lezen als een aaneenschakeling van sappige anekdotes van de aan drank, drugs, provocaties en leugens verslaafde hoofdpersoon. Cohen sprak met honderdvijftig verwanten, vrienden, vijanden en omstanders – vaak meermalen. Hij werkte zich door twintig ve
Recensie media&journistiek: De bolle van Gogh
Altijd in de contramine
Een monsterlijk dik boek is het, de levensloop van Theo van Gogh, alleen al door die bladzijden in een stevige hardcover. Biograaf Jaap Cohen werkte er bijna zeven jaar aan.
Zoals verwacht, is de inhoud net zo explosief als het onderwerp. We hebben het over Theo van Gogh, ‘enfant terrible’ pur sang. Hij stond erom bekend dat hij in zijn korte maar heftige leven onbekommerd gebruik maakte van zijn recht op vrije meningsuiting. Hij choqueerde, mepte verbaal om zich heen, treiterde en beledigde mensen tot op het bot. Vrienden maakte hij daar niet mee, vijanden des te meer. Het geeft een goed beeld van zijn karakter. En ook van een tijdsgewricht waarin normen en waarden werden opgerekt en soms ruimschoots werden overschreden.
Theos jeugd en schooltijd
Cohen begint bij het begin. Theo wordt geboren en groeit op in een welvarende omgeving: een villawijk in Wassenaar. Als Cohen start met zijn interviews, wonen Theo’s ouders er nog: Johan van Gogh en Anneke van Gogh-Vonhoff. Aanvankelijk twijfelt Cohen over de bereidheid van de ouders om hun – en Theo’s – “levensverhaal aan een wildvreemde te vertellen, wat bij Anneke inderdaad zo lijkt te zijn. Vader Johan is opener naarmate Cohen vaker langskomt, en
Biograaf Jaap Cohen: 'Theo van Gogh was bang niets bijzonders te wezen'
Theo van Gogh: een onvermoeibare voorvechter van de absolute vrijheid van meningsuiting volgens de één, een puberale pestkop met een Oedipus-complex volgens de ander. Hij werd vermoord om zijn kritiek op de Islam, maar stond ook bekend als 'de eeuwige antisemiet'. In Kunststof vertelt Jaap Cohen over zijn biografie: De bolle Gogh.
Jaap Cohen, historicus en biograaf - Kunststof
Jaap Cohen
Hij is de zoon van Job Cohen, de voormalige burgemeester van Amsterdam, die door Van Gogh 'een NSB’er van nature' werd genoemd. "Het feit dat ik toevallig de zoon ben, vind ik geen reden om het niet te doen", reageert Jaap droogjes op de vraag of hij wel de aangewezen persoon is om deze biografie te schrijven. Criticasters dachten daar aanvankelijk anders over. Is Jaap nou juist niet een schoolvoorbeeld van wat Theo van Gogh de 'in orde mens' noemde? Maar nu het boek is verschenen, is de kritiek verstomd en is zelfs opGeenStijl een lovende recensie verschenen.
Kwetsen
Cohen heeft Van Gogh nooit persoonlijk ontmoet. Hij kende hem van televisie, als de meesterinterviewer met zijn programma Een prettig gesprek. "Hij had een instinct om de zwakke plek te vinden. Maar hij liet die mensen wel in hun
Afgelopen zaterdag werd tijdens het Nederlands Film Festival de Louis Hartlooper Prijs uitgereikt. De onderscheiding voor beste filmpublicatie van het afgelopen jaar gaat naar Jaap Cohen voor zijn boek De bolle Gogh. Kevin Toma kreeg de oeuvreprijs.
Naast Cohens biografie van de in vermoorde filmmaker, boog de jury zich over vier andere publicaties: Frans Weisz: Dagboek van een filmmaker van Harry Hosman, In de ogen van Medusa: Filosofie en de duistere spiegel van horror van Dimitri Goossens, Kind van de zon. Portret van een eigenzinnige filmmaker van René van Nie, en Lichaam en steen: over film van Camiel van Winkel.
“Drie van de vijf boeken gaan over de Nederlandse filmindustrie en schetsen met name een beeld van de jaren ’70 tot en met begin jaren ”, noteerde de jury. “Het valt op dat de filmwereld in die tijd een bastion was waar mannen het voor het zeggen hadden. Vrouwen werden voornamelijk gereduceerd tot mooi plaatje op het doek, een beeld dat bevestigd wordt in de wonderlijke autobiografische tijdscapsule Kind van de zon van Renévan Nie, maar ook rondwaart in de boeken over Weisz en Van Gogh. It’s a man’s world, of als we onze jury bezien, mogen we dan voorzichtig concluderen: it was a man’s world.”
Over de winnaar zegt de jury dat Cohen “een bijna liefdev